Specialisatie digitale schoolborden en mobile devices
Voor de opleiding “Post HBO onderwijs en moderne media” heb ik gekozen voor de specialisatie digitale schoolborden en mobile devices. Ik ben op zoek gegaan naar de definitie van mobile device. Daarna ben ik me gaan verdiepen in de theorie over digitale schoolborden en mobile devices. Na mijn verdieping in de theorie, zal ik het resultaat van mijn ontworpen lessen als filmfragment bijvoegen.
Wat verstaan we onder mobile device?
“Een mobiel apparaat (handheld device of kortweg handheld) is een elektronisch apparaat dat in één hand is te houden, waarbij men eventueel voor de bediening ook de andere hand gebruikt. Deze relatief recente klasse van toestellen geeft in veel gevallen altijd en overal toegang tot informatie en/of communicatie.”
(Wikipedia, de vrije encyclopedie)
Enkele voorbeelden (Wikipedia, de vrije encyclopedie):
- Smartphone: Een smartphone is een mobiele telefoon die uitgebreidere computermogelijkheden biedt. Een smartphone kan ook beschouwd worden als een handcomputer of pda die tegelijk ook een telefoon is. In 2013 werden er meer dan één miljard smartphones verkocht.
- Smartwatch: Een smartwatch is een om de pols gedragen computer (klein device) waarop apps kunnen worden geïnstalleerd en die vergelijkbare functionaliteiten heeft met de smartphone.
- Tabletcomputer: Een tabletcomputer of kortweg tablet is een mobiele computer waarin een aanraakscherm, batterij en computer hardware worden gecombineerd tot één plat, rechthoekig apparaat. Het aanraakscherm, meestal 7 tot 12 inch (18 tot 30 cm) in diagonaal, is voor de gebruiker de voornaamste interactiemogelijkheid. Veel tablets beschikken tevens over meerdere sensors en mogelijkheden voor draadloze dataverbindingen. Inmiddels bezitten in Nederland zo'n 7,4 miljoen mensen een tablet.
- Laptop: Een laptop, schootcomputer of notebook is een draagbare computer die in principe op de schoot kan worden gebruikt. Laptops worden vooral gebruikt door mensen die op verschillende locaties met hun computer werken.
- Chromebook: Een Chromebook is een laptop (een nieuw type computer) dat snel in gebruik is en ook snel blijft. Alles wat je doet op een Chromebook wordt opgeslagen in de Cloud. Chromebook is een computer die Google Chrome OS als besturingssysteem gebruikt.
De theorie
Door de komst van het digitale schoolbord is er een belangrijk nieuw hulpmiddel beschikbaar voor het onderwijs. Het digitale schoolbord is haast niet meer weg te denken in de klassen.
Maar...gebruiken we die borden dan ook zoals ze bedoeld zijn? Of...gebruiken we die borden veelal als digitaal krijtbord, projectiescherm en een luxe, grote televisie?
Doordat het digitale schoolbord vooral instrumenteel gebruikt wordt, is het digibord meer een doel op zich. Eigenlijk moet het gebruik van dit bord echter geen doel op zich zijn, maar een middel om het doel, goed onderwijs, te bereiken. Het gebruik van het digibord als middel om goed onderwijs te geven is het intentionele gebruik. Er zal dus een verschuiving plaats moeten vinden van instrumenteel naar intentioneel gebruik (Voogt, 2009).
Beauchamp heeft hiervoor een aantal fases gedefinieerd die aangeven in welke mate gebruikers gebruikmaken van een technologisch fenomeen als het digibord.
Om te bereiken dat leerkrachten zich in ieder geval van links naar rechts in dit model bewegen is een gedragsverandering nodig. Lynn Voogt heeft in 2009 onderzoek gedaan hoe de gedragsverandering (van instrumenteel naar intentioneel gebruik) van leraren in het basisonderwijs met betrekking tot het digitale schoolbord teweeggebracht kan worden.
Motivatie en leereffecten
In verschillende studies is aangetoond dat het gebruik van digitale schoolborden tijdens de les leidt tot meer gemotiveerde leerlingen (Weimer, 2001; Higgins, Beauchamp & Miller, 2007). Niet alleen de motivatie wordt vergroot, maar ook de prestatie van de leerlingen worden verbeterd. Zo blijken leerlingen met een achterstand snel te verbeteren wanneer er gebruik werd gemaakt van digitale schoolborden (Clemens, Moore & Nelson, 2001).
Afhankelijk van de leerkracht
De leerkracht heeft dus een cruciale rol; zijn professionele kennis en vaardigheden bepalen of de mogelijkheden benut worden en het onderwijs verbeterd (Voogt, 2009). De onderzoekers geven echter aan dat het afhangt van de manier waarop de leerkracht met het digitale schoolbord omgaat of de effecten blijvend zullen zijn of niet. Op deze manier wordt er veel druk gelegd op de schouders van de leerkracht; de leerkracht moet het uiteindelijk allemaal maar doen.
Belangrijk bij het gebruik van het digitale schoolbord is dat de keuze die gemaakt wordt intentioneel is. Hiermee wordt bedoeld dat het digibord ingezet dient te worden bij lessen die hiervoor geschikt zijn. Dus niet om het digibord te gebruiken enkel en alleen omdat het digibord aanwezig is, zogenoemd instrumenteel gebruik.
Instrumenteel versus intentioneel
Het digitale schoolbord is een nieuw hulpmiddel naast alle bestaande hulpmiddelen om kinderen goed te kunnen laten leren. Het is belangrijk dat de leerkracht goed inschat welk hulpmiddel op welk moment de beste manier is om iets aan te leren. Het belangrijkste is dat deze keuze intentioneel gemaakt wordt. Hoe laat ik mijn leerlingen het beste leren?
De beslissing om computers te gebruiken moet echter niet gemaakt worden omdat die computers er nou eenmaal zijn. Dat is een voorbeeld van een instrumentele keuze. Het gebruiken van de computers moet een middel zijn om een doel te bereiken en niet een doel op zich.
Nu het digitale schoolbord in veel klaslokalen aanwezig is, wordt het nog belangrijker om intentionele keuzes te maken. Het digitale schoolbord maakt het veel makkelijker om een educatief filmpje te bekijken. Dit betekent echter niét dat het laten zien van een filmpje altijd de beste manier is om informatie over te brengen of iets aan te leren.
Doordat de informatie en voorbeelden die veel gegeven worden vrijwel allemaal instrumenteel zijn, bestaat het gevaar dat de digitale borden ook vooral instrumenteel gebruikt worden. Uit de praktijk blijkt dat dit vaak ook gebeurt. De gewenste situatie is natuurlijk dat de leerkrachten intentionele keuzes maken ten aanzien van het gebruiken van het digitale schoolbord.
Leerkrachten motiveren
Het hangt van de leerkracht af of het digitale schoolbord daadwerkelijk de gewenste effecten heeft op de leerlingen. Om goed met het digitale schoolbord om te kunnen gaan zullen ze hier zelf veel tijd en energie in moeten steken. Om dit te bereiken is het van belang de leerkrachten de juiste informatie te geven over het digitale schoolbord. Hierbij is het belangrijk dat deze informatie zelfrelevant is voor de leerkracht. Als leerkrachten van basisscholen informatie ontvangen over digitale schoolborden die gericht is op het voortgezet onderwijs zullen ze hier niet veel mee doen. Het zelfrelevant maken van de informatie over hoe digitale schoolborden intentioneel ingezet kunnen worden, kan de kans op het gewenste gedrag dus vergroten.
Naast zelfrelevantie kun je de kans dat iemand bepaald gedrag vertoont ook vergroten door gebruik te maken van commitment (Cialdini, 2004). Wanneer je ergens mee instemt, of wanneer je bepaald gedrag vertoont, vergroot dit de kans op toekomstig gedrag dat in dezelfde lijn ligt.
De theorie van beredeneerd gedrag
De theorie van beredeneerd gedrag (Fishbein & Ajzen, 1975) probeert menselijk gedrag te verklaren en te voorspellen. Deze theorie gaat er vanuit dat er eerst een intentie tot gedrag moet zijn, voordat dit gedrag daadwerkelijk plaatsvindt. Dit in tegenstelling tot automatisch gedrag, waarbij gedrag meer wordt veroorzaakt door reflexen en geautomatiseerde processen (als je loopt, hoef je niet de intentie te hebben om de ene voet voor de andere te zetten, dit gaat automatisch). De intentie geeft aan in hoeverre mensen bereid zijn moeite te doen zich op een bepaalde manier te gedragen. Hoe sterker de intentie, hoe groter de kans op het gedrag.
Technology Acceptance Model (TAM)
Het intentioneel inzetten van het digitale schoolbord en het bewust
tijd vrij maken om je erin te verdiepen is een voorbeeld van
beredeneerd gedrag. Wil innovatie goed en effectief worden ingezet, dan is acceptatie cruciaal. Dit geldt in het bijzonder voor innovatie op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT). Om innovatie te ‘laten landen’ worden vanuit de technologie en de sociale psychologie diverse theoretische (innovatiediffusie) modellen aangereikt. Zo zijn er verschillende gedragsmodellen die alle een redelijk tot goede praktische toepassing hebben laten zien. Van deze modellen komt het Technology Acceptance Model naar voren als een krachtig en empirisch goed geverifieerd model (Pijpers, 2001).
De factoren die volgens het TAM de sterkte van de intentie tot juist gebruik bepalen, zijn: de attitude ten aanzien van het gebruik van nieuwe technologie, het waargenomen nut van de technologie, het gebruiksgemak en een externe variabele. De externe variabele is de gebruiker, in dit geval de student. Het maakt namelijk niet uit hoe makkelijk of moeilijk technologie te hanteren is, het gaat erom hoe makkelijk of moeilijk de potentiële gebruiker denkt dat de technologie te hanteren is. Dit is het enige dat invloed heeft op de gedragsintentie (Voogt, 2009).
Commitment
Wanneer je ergens mee instemt, of wanneer je bepaald gedrag vertoont, vergroot dit de kans op toekomstig gedrag dat in dezelfde lijn ligt. Cialdini noemt dit commitment. Dit principe is zo sterk dat een eerder gemaakte keuze invloed heeft op hoe je je vervolgens gedraagt. Commitment is het meest effectief als het commitment actief, publiekelijk en intern gemotiveerd is. De gedragsverandering van instrumenteel naar intentioneel gebruik van digitale schoolborden zal waarschijnlijk pas ontstaan wanneer de intentie hiervoor aanwezig is. De intentie hangt af van het door de potentiële gebruiker waargenomen nut (figuur 1). Door intentioneel informatie te geven, deze informatie zelfrelevant te maken en door te laten zien dat het gebruiken van het digitale schoolbord aansluit bij eigen doelen is de kans groot dat het digitale schoolbord als nuttig wordt ervaren. Door deze doelen op een juiste manier te activeren, wordt commitment gecreëerd, wat weer het gewenste gedrag bevordert.
Figuur 1: Procesmodel waarin te zien is hoe de factoren intentionele informatie, commitment en zelfrelevantie via waargenomen nut de intentie kunnen beïnvloeden.
ICT en mobile devices
Door de veranderingen in het onderwijs en de manier van lesgeven, wordt de leerling anders opgeleid. In de huidige kennissamenleving vindt de overdracht van kennis op diverse manieren plaats. Door de opkomst van ICT krijgt de huidige kennissamenleving meer en meer vorm. Want dagelijks worden grote hoeveelheden informatie aan het internet toegevoegd, een ontwikkeling die de komende jaren exponentieel door zal zetten. De kennissamenleving waarin we leven is divers, geglobaliseerd en doordrenkt met media en technologie. Het vervagen van grenzen biedt wereldwijd kansen om samen te werken aan problemen die vragen om creatieve oplossingen. Het gebruik van media en technologie heeft in onze samenleving een democratiserende werking. Ook het werken in de kennissamenleving verandert. Op de huidige en toekomstige arbeidsmarkt zien we andere soorten banen ontstaan. Het aantal banen waarin productiewerk wordt verricht, neemt af. Banen waarin een beroep wordt gedaan op competenties als kennisconstructie, samenwerking, probleemoplossend vermogen en creativiteit nemen toe. Het is vanzelfsprekend dat het adequaat kunnen gebruiken van ICT hiervoor een belangrijke (rand)voorwaarde is.
Als gevolg van de ontwikkeling van de kennissamenleving en de uitvloeisels daarvan is het noodzakelijk dat leerlingen de juiste vaardigheden eigen maken; vaardigheden en competenties die nodig zijn om goed in de kennissamenleving te kunnen functioneren. Deze vaardigheden zijn weergegeven in afbeelding van de 21st Century Skills (21eeuwse vaardigheden).
Afbeelding: ‘21st Century Skills’.
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
UITVOERING VAN DE OPDRACHT:
Ik heb voor deze specialisatie opdracht gekozen, omdat er bij ons op school géén variatie is in het gebruik van het digitale schoolbord: het bord wordt gebruikt als een projectie middel en of digitaal krijtbord. Hier wil ik verandering in brengen en mijn collega's erin meenemen. Ik wil hun laten zien dat het digitale schoolbord ook op een andere, actieve manier ingezet kan worden.
Sinds kort hebben we voor 2 klassen Chromebooks en 10 iPads op school beschikbaar. Leerkrachten weten nog niet hoe ze dit kunnen inzetten. Door gebruik van lessen in Prowise, kan je zowel de digitale schoolborden als de Chromebooks goed inzetten in de lessen.
Ik was zelf ook niet goed thuis in het gebruik van Prowise. Voor de lesdag van 31 januari had ik er nog nooit mee gewerkt. Na de lesdag van 31 januari heb ik me meer verdiept in Prowise Presenter, Proconnect en ProQuiz. Het heeft me even wat tijd gekost om het gebruik van Prowise eigen te maken, maar uiteindelijk is het me gelukt. Ik heb meerdere lessen gemaakt en uitgeprobeerd om met het programma te spelen/experimenteren.
Ik heb voor groep 8 2 lessen gemaakt over de oorlog. Van de lessen heb ik een filmfragment gemaakt:
Les 1 Les 2




Ik heb met plezier deze lessen gegeven aan groep 8. De enthousiasme van de kinderen, heeft de meester ook enthousiast gemaakt. Hij gaat zich ook verdiepen in Prowise en zijn manier van lesgeven omgooien. Vooral ProQuiz sprak hem aan. De toetsen van de methode die we op dit moment gebruiken zijn heel lastig om na te kijken. Met gebruik van Prowise Presenter en ProQuiz hoopt hij de motivatie van de leerlingen meer te stimuleren.
Specialisatie: Digibord & Mobile Devices
Tijdens de specialisatiedagen ga je dieper op een onderwerp in. Uiteindelijk kies je twee specialisatie onderwerpen die je verder gaat ontwikkelen en uitwerken op jouw school. De resultaten publiceer je op je site.
Opdracht
Wanneer je kiest voor deze specialisatie moet je een tweetal lessen ontwerpen én uitvoeren in je klas. Daarbij is het de bedoeling dat je zoveel mogelijk intentioneel gebruik maakt van het bord en bij beide lessen maak je gebruik van mobile devices. Het onderwerp voor je les bepaal je zelf.
Bij les 1 ligt de nadruk op kennisoverdracht (dus een actieve rol voor de leraar)
Bij les 2 ligt de nadruk op kennisconstructie (dus een actieve rol voor de leerlingen)
Beoordelingscriteria voor de lessen
-
Er is duidelijk sprake van intentioneel gebruik van het bord en/of mobile device (zie Voogt) (15 pt)
-
Er wordt functioneel gebruik gemaakt van beschikbare software (bordsoftware of apps) (15 pt)
-
Er is duidelijk sprake van kennisoverdracht (les 1) (15 pt)
-
Er is duidelijk sprake van kennisconstructie (les 2) (15 pt)
-
Er is een zichtbare toepassing van TPACK (20 pt)
-
Er wordt gebruik gemaakt van mobile devices (15 pt)
-
In de lessen worden enkele aspecten van de 21st CS aantoonbaar toegepast (20 pt)
De te behalen punten geven een indicatie voor de weging van een onderdeel. Uiteraard kan bij een onderdeel minder punten worden toegekend. Het kan echter ook dat een bepaald onderdeel zo goed is uitgevoerd dat er meer punten voor worden toegekend.