top of page

Specialisatie mediawijsheid

 

Voor de opleiding “Post HBO onderwijs en moderne media” heb ik gekozen voor de specialisatie mediawijsheid. Ik ben op zoek gegaan naar de definitie van mediawijsheid. Daarna ben ik me gaan verdiepen in de theorie over mediawijsheid. Na mijn verdieping in de theorie, zal ik het resultaat van mijn reportage als filmfragment bijvoegen.

Wat verstaan we onder mediawijsheid?

Doorverwezen vanaf Mediawijsheid: “Media-educatie leert mensen omgaan met diverse media om de informatie-uitwisseling in de maatschappij te kaderen. Men leert dat verschillende aanbieders, met verschillende doelen inhoud verspreiden, de keuzes die daaraan ten grondslag liggen, dat de inhoud op verschillende manieren te interpreteren is en dat dit de beeldvorming beïnvloedt. De rol van media-zenders, maar ook van eigen keuzes en inbreng wordt bij media-educatie inzichtelijk gemaakt. Mediawijsheid is een belangrijk onderdeel van media-educatie. De opvoeding tot kritische mediagebruiker is het doel van media-educatie.”

(Wikipedia, de vrije encyclopedie).

 

Mediawijsheid is volgens de Raad voor Cultuur in 2005 omschreven als: “het geheel van kennis, vaardigheden en mentaliteit waarmee burgers zich bewust, kritisch en actief kunnen bewegen in een complexe, veranderlijke en fundamenteel gemedialiseerde wereld.”

 

Mediawijzer.net formuleerde in 2010 een operationele definitie: “mediawijsheid is de verzameling competenties die je nodig hebt om actief en bewust deel te nemen aan onze mediasamenleving.”

De theorie

Om mediawijsheid beter uit te leggen is het mediawijsheid competentiemodel (zie onderstaande figuur) ontwikkeld. Dat bestaat uit 4 hoofdgroepen en 10 competenties, die je nodig hebt om als burger actief en bewust deel te kunnen nemen aan de media samenleving.

       figuur: mediawijsheid competentiemodel

Het model hanteert de hoofdgroepen Begrip, Gebruik, Communicatie en Strategie. Deze vier hoofdgroepen omvatten tien mediawijsheid competenties en elke hoofdgroep gaat uit van een andere interactie tussen de gebruiker en de media zelf.

Begrip
Met Begrip focust het model zich op het inzicht hebben in media. Het vraagt om een bewuste en kritische houding te hebben. Om (impliciete) boodschappen te doorgronden. Om te beseffen dat überhaupt media gemaakt worden met een bepaald doel en vanuit een bepaald standpunt. Dit is een rechtstreekse link naar de componenten kennis en mentaliteit vanuit de definitie van de Raad voor Cultuur. De rol van de gebruiker lijkt in eerste instantie passief, immers je laat de media op je af komen, maar vraagt vervolgens wel een actieve (mentale) verwerking van de gebruiker!

Gebruik
De hoofdgroep Gebruik richt zich juist op het (pro)actief gebruiken van technologie en verschillende mediaomgevingen. Het vraagt gebruikers om technisch vaardig te zijn én om te weten wanneer je wat het beste kunt gebruiken. Dit sluit direct aan bij het component vaardigheid van de definitie van de Raad voor Cultuur.

Communicatie
De derde hoofdgroep is Communicatie en lijkt in eerste instantie een vergaarbak met drie uiteenlopende competenties. Het gaat van informatievaardigheden, naar zelf media produceren naar het actief gebruiken van sociale media. Toch hebben deze drie competenties een raakvlak, namelijk de continue wisselwerking tussen de gebruiker en de media. Meer nog dan de vorige competenties speelt bij deze hoofdgroep het stuk over risico's een rol, want nu gaat de gebruiker interactief media gebruiken. Maar, net als bij het uitgangspunt van de Raad voor Cultuur, ligt de focus op het positieve: het zelf kunnen bijdragen aan de media!

Strategie
De laatste hoofdgroep, Strategie, vraagt de gebruiker om te reflecteren op het eigen mediagebruik, ten behoeve van de eigen kennis, vaardigheden en mentaliteit. Het stelt de gebruiker in staat om bewuste keuzes te maken. Daarnaast komt met name in deze hoofdgroep één van de doelstellingen van de Raad voor Cultuur terug, namelijk dat burgers kunnen participeren in de maatschappij. Ben je in staat om actief deel te nemen aan onze samenleving?

Praktisch werkbaar
Het doel achter het Mediawijsheid Competentiemodel is om het begrip mediawijsheid, zoals dat is gedefinieerd door de Raad voor Cultuur, praktisch werkbaar te maken. Met behulp van dit model en met name de specifieke uitwerking per competentie is het ineens mogelijk om mediawijsheid te onderzoeken en meten. Daarbij helpt het ook bij het inzichtelijk maken van het aanbod van onderwijs op het gebied van mediawijsheid. Ook helpt deze concrete vertaling leerkrachten om lesmateriaal te kunnen ontwikkelen.

 

Daarmee is direct ook de doelgroep van dit Mediawijsheid Competentiemodel helder: op dit moment ligt de focus nog erg op het onderwijs, maar binnenkort volgen andere groepen, zoals bibliotheekmedewerkers, ouders en senioren. Dat sluit naadloos aan bij de doelstellingen van de Raad voor Cultuur die stelde dat mediawijsheid breder is dan alleen het onderwijs. Juist alle burgers moeten mediawijs zijn!

​Specifieke uitwerking van de 10 competenties

Elk van de tien afzonderlijke competenties is uitgedacht in vijf verschillende niveaus. De niveaus heb ik als figuur toegevoegd bij de competenties.

Ben je nu mediawijs als je op alle competenties een maximale score haalt? Je hoeft niet alles te kunnen, te weten, te gebruiken, maar je bent bekwaam om hierin kritisch te blijven nadenken.

  • Inzicht hebben in medialisering van de samenleving

Media is steeds nadrukkelijker in onze levens aanwezig. Vrijwel de gehele dag zijn we verbonden met computers, tablets, smartphones, televisies, radio’s, kranten, game consoles en mp3-spelers.

Onze dagelijkse belevenissen worden daardoor meer en meer bepaald door media. We hebben meer online dan offline vrienden, brengen onze werkdag door met het lezen en verzenden van e-mails, lopen hard met gedownloade muziek in onze oren en maken ons zorgen over rampen en revoluties in landen waar we nog nooit geweest zijn. Dit proces, waarin een breed scala aan media steeds verder doordringt in onze leefwereld, wordt aangeduid als de medialisering van de samenleving.

Mediawijsheid is: meebeleven, meedenken en meepraten over de tendensen en gevolgen van hét onderscheidende kenmerk van ons tijdgewricht: de medialisering van de samenleving.

     figuur B1: competentiegroep begrip

  • Begrijpen hoe media worden gemaakt

Veel media-inhouden komen tot ons in kant-en-klare vorm. Kranten, films en commercials zijn ‘af’ op het moment dat je ze te zien krijgt. Daar gaan technische, economische en strategische beslissingen van mediaproducenten aan vooraf. Mediawijs zijn betekent: begrijpen hoe de media die je consumeert tot stand zijn gekomen.

Mediaproducenten stemmen hun boodschappen af op doelgroepen. Mediawijs zijn betekent: inzien hoe de doelgroepkeuze van invloed is op vorm en inhoud van media. Media hebben hun eigen formats, codes en conventies. Bioscoopfilms duren anderhalf uur, hebben een meeslepende opbouw en een spannend slot. Documentaires duren de helft korte en hebben een rustig ritme. Mediawijs zijn betekent: de eigen logica’s van diverse media kunnen doorgronden, en begrijpen hoe deze invloed hebben op de boodschap die wordt overgebracht.

     figuur B2: competentiegroep begrip

  • Zien hoe media de werkelijkheid kleuren

Media geven de werkelijkheid altijd vanuit een bepaald perspectief weer. Vaak is dit perspectief nadrukkelijk aanwezig, zoals bij een commercial voor een bepaald product of een reportage die een misstand aan de kaak stelt.

Net zo vaak speelt dit perspectief eerder onbewust, op de achtergrond een rol. De NRC brengt ander nieuws dan De Telegraaf; PowNed zendt vanuit een andere drijfveer uit dan de VPRO. Ook verschillen bijvoorbeeld de normen en waarden ten aanzien van seksualiteit die in een gemiddelde Amerikaanse sitcom worden uitgedragen van die in de meeste Nederlandse speelfilms. Mediawijs zijn betekent: begrijpen hoe media de werkelijkheid re-presenteren om op basis daarvan afgewogen oordelen te kunnen vormen.

     figuur B3: competentiegroep begrip

  • Apparaten, software en toepassingen gebruiken

Actief deelnemen aan de mediasamenleving begint met de vaardigheden om media technisch te kunnen gebruiken. Van basale vaardigheden als een muis besturen of een bijlage openen, via ingewikkelder vaardigheden als internet op je mobiel instellen of een Prezi maken, tot complexe vaardigheden als een video editen of een website bouwen.

Media technisch kunnen gebruiken houdt ook het kunnen beperken van gebruiksrisico’s in. Een mediawijs iemand plakt een cover op z’n smartphone, kiest veilige wachtwoorden en downloadt een antidiefstal-app op z’n tablet. Wie mediawijs is, staat open voor gebruik van nieuwe media, maar wordt er ook geen slaaf van.

     figuur G1: competentiegroep gebruik

  • Oriënteren binnen mediaomgevingen

In onze leefwereld zijn media steeds nadrukkelijker aanwezig. Wat vroeger een strand was, is nu een plaats waar je incheckt, foto’s uploadt en je biezen pakt als Buienradar het zegt. Ook brengen we meer en meer tijd door binnen omgevingen die volledig online of virtueel zijn, zoals Facebook en Second Life. De gemiddelde Nederlandse werknemer is vier uur per werkdag online.

Mediawijs zijn betekent: vlot kunnen bewegen binnen mediaomgevingen. Allereerst gaat het om je weg weten te vinden in afgebakende omgevingen: een game kunnen uitspelen, de informatie die je zoekt kunnen vinden op een website, en door het menu van je mobiel kunnen navigeren. Daarnaast gaat het om inzicht in de samenhang van mediatoepassingen. Een mediawijs iemand onder­­­zoekt de mogelijkheden en ontwikkelt zo de vaardigheden om optimaal te bewegen binnen mediaomgevingen.

     figuur G2: competentiegroep gebruik

  • Informatie vinden en verwerken

In de hedendaagse informatiesamenleving is informatie in overvloed beschikbaar. Publieke en commerciële omroepen zenden 24 uur per dag uit. Dagelijks rollen er drie miljoen kranten van de persen. De Nederlandse bibliotheken lenen jaarlijks honderd miljoen boeken uit.

De cijfers van het informatieaanbod op internet zijn nog astronomischer. Het aantal via Google beschikbare internetpagina’s bedraagt meer dan een biljoen. Daarnaast komt er ook veel informatie tot ons via RSS-feeds, diensten als Nu.nl, Summify en Scoop.it, en sociale netwerken als Twitter en LinkedIn. Mediawijs zijn betekent: kunnen vinden wat je zoekt, selecteren wat je nodig hebt, en kunnen bepalen of de informatie betrouwbaar is of niet. Naast effectieve zoekstrategieën zijn vaardigheden vereist om informatie op te slaan, her te gebruiken en te delen. Mediawijs zijn betekent: optimaal gebruik weten te maken van relevante informatie door deze zinvol op te slaan en te delen met anderen.

     figuur C1: competentiegroep communicatie

  • Content creëren

De huidige mediasamenleving is een 2.0 samenleving. Burgers hebben zich ontwikkeld van consumenten tot prosumenten. We kijken niet alleen passief tv, maar reageren op wat we zien op Twitter. We gaan niet alleen naar de bioscoop, maar plaatsen ook eigen video’s op YouTube. We leren niet alleen over de wereld uit boeken en encyclopedieën, maar schrijven er zelf over in blogs en dragen bij aan Wikipedia.

Maar ook voor wie minder actief content creëert, is het van cruciaal belang goed boodschappen te kunnen overbrengen. Wie een baan zoekt, doet er goed aan een aansprekend LinkedIn profiel te creëren. Vereniging hebben een degelijke website en zijn aanwezig op sociale netwerken. Wie een presentatie geeft, kan niet meer zonder moderne presentatietools. Wie vrienden en familie deelgenoot wil maken van zijn of haar vakantiebelevenissen deelt de vakantiefoto’s online. Mediawijs zijn betekent: functionele en aansprekende content kunnen creëren om je boodschap optimaal over te brengen aan je doelgroep.

     figuur C2: competentiegroep communicatie

  • Participeren in sociale netwerken

De huidige mediasamenleving is een netwerksamenleving. Via email, smartphones, online games en sociale media staan we 24/7 met elkaar in verbinding. Via netwerken als Twitter, LinkedIn, Facebook, World of Warcraft en Second Life verenigen we ons in online gemeenschappen.

Binnen deze netwerken komen veel wezenlijke zaken tot stand. Ben je buitengesloten van deze netwerken, dan mis je makkelijk de boot. Volwaardig deelnemen aan de mediasamenleving betekent daarom: optimaal kunnen participeren in sociale media netwerken. Dit vraagt nieuwe vaardigheden op diverse gebieden. Allereerst dien je de omgangsregels, normen en waarden van een online gemeenschap te kunnen doorgronden en daar je gedrag op aan te passen. De omgangsvormen beheersen betekent ook: ongewenste communicatie kunnen vermijden. Sociale media brengen niet alleen verbinding en samenwerking, maar ook mis- en wangebruik. Participeren binnen sociale netwerken betekent: handelen met het welbevinden van anderen voor ogen. Een mediawijs persoon streeft uiteraard eigen doelstellingen na, maar heeft ook oog voor de belangen van anderen en van de gemeenschap als geheel.

 

 

 

     figuur C3: competentiegroep communicatie

  • Reflecteren op het eigen mediagebruik

Begrip, Gebruik en Communicatie zijn uiteindelijk slechts voorwaardelijk voor de laatste competentiegroep: Strategie. Want zoals de betekenis van het woord aangeeft, zijn ‘media’ uiteindelijk altijd middelen om persoonlijke, sociale, professionele en maatschappelijke doelen te realiseren.

Om de mogelijkheden die media bieden optimaal te kunnen benutten is het nodig te kunnen reflecteren op het eigen mediagebruik. Daarbij gaat het om alle aspecten van het eigen mediagebruik. Allereerst gaat het om de invloed van passieve mediaconsumptie op het eigen welbevinden: wat kijk, lees en luister je? Waar laat je je door beïnvloeden? Daarnaast gaat het om de impact van het eigen actieve mediagebruik. Hoe mediavaardig ben je? Wat doe je met media? En wat zijn de effecten daarvan op jouw leven?

Mediawijsheid is: inzicht hebben in het eigen mediagebruik om op basis daarvan weloverwogen keuzes te kunnen maken om het eigen mediahandelen te optimaliseren.

     figuur S1: competentiegroep strategie

  • Doelen realiseren met media

In de huidige mediasamenleving is het nagenoeg onmogelijk persoonlijke, sociale, professionele en maatschappelijke doelen te realiseren zonder op de een of andere wijze gebruik te maken van media.

Een opleiding afronden, carrière maken, geld verdienen, je vrije tijd invullen, je droomhuis kopen, een topvakantie hebben, vrienden maken, gelukkig zijn: bij al deze zaken spelen media een rol. Vaak zijn media van voorwaardelijk belang, zoals bij het vinden van je droomhuis of droombaan via Funda en Monsterboard, of het vinden van informatie over gezondheid en welbevinden. Dikwijls zijn media van onmiddellijk belang, zoals bij het bellen van 112, op tijd op je afspraak komen met behulp van je navigatiesysteem, het delen van professionele ervaringen met vakgenoten op een LinkedIn-groep. Soms zijn media achteraf van belang, zoals bij het met anderen delen van een heerlijke vakantie, geslaagde shoppingmiddag of inspirerend congres. En soms zijn media helemaal niet van belang. Dan houdt mediawijsheid in: verleidingen weten te weerstaan, hypes laten gaan, hersenspoeltechnieken de baas zijn, traagheid koesteren en de uitknop weten te vinden. Mediawijs zijn betekent: op basis van een geïnformeerd oordeel over de mogelijkheden (en beperkingen) van media, deze optimaal in weten te zetten om je eigen doelstellingen te realiseren. De unieke, persoonlijke manier waarop je dit doet, bepaalt uiteindelijk wat jouw digitale identiteit is.

 

 

     figuur S2: competentiegroep strategie

 

Het mediawijsheid competentiemodel is een volledig en veelzijdig instrument. De essentiële vraag gaat van wat is mediawijsheid naar hoe mediawijs ben jij?

_____________________________________________________________________________________________________________________________________________

UITVOERING: Manipulatie reportage

Onderwerp: “actieve donorregistratie”

12 februari uitgezonden op jeugdjournaal en onderwerp geweest van Nieuwsbegrip

Draaiboek:

  • Wie:

    • Meester Remco en Martijn

    • Juf, Gerda, Zoë en Josien

    • Groep 8: Clayton, Amir, Luna en Sammy-Jo

    • Groep 7: Benito,Giovanni, Yashlin en Charlotte

LET OP! geen leerlingen van de leerlingenraad.

 

  • Wanneer: woensdag 21 maart, donderdag 22 maart

  • Waar: in het klaslokaal van Meester Remco (zwemmen), lokaal van Juf Inge (gymmen) of andere lege klaslokaal

  • Wat: leerkrachten en leerlingen worden geïnterviewd over wel of niet automatisch donor zijn

 

Vragen:

  • In 2020 komt een nieuwe Donorwet: een actieve donorregistratie. Weet je wat dit betekend?

  • Het is toch een automatisch donorregistratie in plaats van een actieve?

  • Er zijn in Nederland laaggeletterden en allochtonen. Veel mensen snappen niet wat er in brieven staan. Een actieve donorregistratie is voor deze mensen toch niet eerlijk.

  • De overheid kan toch niet voor de inwoners van Nederland beslissen of ze donor moeten zijn?

  • In 2020 is iedereen verplicht donor. Is dit een goede zet van de overheid?

Ik vond het heel spannend om de interviewen af te nemen. Maar na de eerste interview was de spanning er al voor een groot gedeelte af. De kinderen vonden het heel leuk dat ze geselecteerd waren. De selectie heb ik random gedaan.

De opname van de interview per persoon duurde ongeveer 10 - 15 minuten. Ik heb eerst "onnodige" fragmenten eruit geknipt. Daarna heb ik gekeken en geluisterd naar de fragmenten en de stukjes eruit gehaald die geschikt waren voor montage. Vervolgens heb ik met behulp van andere media (foto's van NOS, Donor website en Google) mijn reportage afgewerkt. Hierboven is het eindresultaat te zien.

Specialisatie: Mediawijsheid

 

De specialisatie dag Mediawijsheid is opgebouwd volgens de flipped classroom methode. Ter voorbereiding op de specialisatie wordt van je verwacht dat je een leerpad volgt. Je kunt een gratis account aanmaken voor dit leerpad en starten met leren via deze link. Aan het begin van de bijeenkomst wordt door middel van een quiz je kennis over dit leerpad getoetst en ga je via verschillende werkvormen de theorie toepassen in de praktijk.

Opdracht​

Als je kiest voor deze specialisatie, maak je een reportage over een actueel onderwerp uit het nieuws, waarbij je stelling neemt (voor of tegen) als maker. Door middel van interviews onder collegae, ouders en leerlingen stel je een item samen, waarin meerdere aspecten van het onderwerp tot uitdrukking komen. Het is de bedoeling dat je een subjectief beeld vormt door manipulatieve vraagstelling, argumentatie, ondersteunende beelden, geluiden en montage. In de reportage mag niet worden geacteerd en mogen geen opnamen worden geënsceneerd.

bottom of page